Carnaval met een hoedje op

Ver van mijn bed

Carnaval, het is voor mij een redelijke ver van mijn bed show. Ik ben geboren en getogen in Amsterdam, het enige carnaval wat ik daar kende was kindercarnaval op de basisschool. Dan mochten we verkleed en deden we door de hele school spelletjes, dat was hartstikke leuk. Na de basisschool had ik eigenlijk zelden tot nooit nog verkleedfeestjes en hoewel het idee van verkleden best leuk is mis ik echt dat carnavalsgen. Ik heb bijvoorbeeld een bloedhekel aan de polonaise en saaie muts als ik ben drink ik ook nog eens bijna niet om het leed te verzachten. Ik voel me dan net een ontheemde.

Dus toen ik een aantal weken terug een berichtje kreeg dat we bij kangatraining verkleed moesten komen zonk de moed me in de schoenen. Ik hoopte eigenlijk stiekem dat iedereen dat stom vond maar helaas voor mij reageerde iedereen hartstikke enthousiast.

Kangatraining

Kangatraining zal ik trouwens ook nog even nader verklaren, dat is sporten voor moeders met baby’s en die baby’s worden ‘gebruikt’ in de oefeningen. Deels ‘los’, deels in een draagdoek of draagzak. We doen oefeningen op een matje en met de baby’s in de draagdoek of draagzak doen we oefeningen aan de barre of dansjes. Dat laatste is sowieso erg grappig, stel je voor een mama die probeert met een kindje op haar buik die probeert de stapjes van de trainster bij te houden. En dat er dan altijd wel een mama is die net de andere kant op draait of danst. We hebben altijd grote lol.

Toen ik eenmaal begreep dat ik er niet onderuit zou komen gingen de radertjes in mijn hoofd draaien. Ik maakte een tijd geleden al eens een schattig wollen vestje en dito puntmutsje. Ik vond Fosse in die outfit echt een schattig klein kaboutertje dus voor Fosse had ik de outfit klaar. Alleen daar moest natuurlijk wel iets bijpassends bij. De dag voordat we verkleed moesten besloot ik dat ik toch echt even wat moest gaan maken. Kabouters wonen in een paddenstoel of in het bos toch? Ik bedacht dat ik wel iets van een hoed kon maken van mezelf, een paddenstoel leek me het makkelijkst, maar ik had geen rood, niet in stof en niet in vilt, in ieder geval niet genoeg en niet stevig genoeg. Hmmm. Toen zag ik een lap groen dik vilt liggen en besloot dat ik een boomhoed ging maken.

Hoedje van vilt

Ik heb mijn hoofd opgemeten, een strook op het vilt getekend en daarna de bomen en blaadjes uitgetekend. Daarna ben ik gaan knippen waarbij ik het hier en daar zo aanpastte dat de blaadjes wat meer aan elkaar zaten zodat dat wat stevigheid zou geven. Helaas gaf de groene stift die ik gebruikt had nogal af, mijn handen waren helemaal groen en uiteraard kreeg ik het er niet zo maar meer af. Paste mooi in mijn outfit.
Vervolgens plakte ik met behulp van vloeibaar latex en stukjes dunner vilt stukjes ijzerdraad aan de achterkant voor de stevigheid. Daarna heb ik de voorkant beplakt met restjes van het wollen vestje wat ik gemaakt had en restjes vervilte wol van een trui die ik ooit in de wasmachine bij de rest van de was had gegooid en dun lichtgroen vilt voor de nerven van de bladeren voor wat extra diepte. Daarna heb ik de achterkant met groene acrylverf een likje gegeven om het wat neutraler te maken en als laatste heb ik drukknoopjes toegevoegd zodat ik de hoe ook plat kan opbergen en eventueel kleiner kan maken voor als de kinderen hem zouden willen gebruiken.

En dit is op de kangatraining zelf, niet mijn meest charmante foto, maar goed, wel een eerlijke foto zeg maar.

En dit krijg je als je Fosse probeert leuk op de foto te zetten:

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *